Accountant onder vuur om indicatieve waardebepaling

Een accountant heeft in zijn eigen visie naar beste eer en geweten een ‘indicatieve waardebepaling’ van de aandelen van een onderneming vastgesteld. Daarbij heeft hij een disclaimer gevoegd, en uitvoerig vermeld op welke -beperkte- gronden hij tot zijn oordeel is gekomen. Toch kwam de AA scherp onder vuur te liggen bij de Accountantskamer, waar een collega hem heeft aangeklaagd en de tuchtrechter kritische vragen stelde.

Gemoedsrust

Het ging de accountant allemaal om de ‘gemoedsrust’ van zijn cliënt, die twijfels had over de prijs die zij had gekregen voor haar belang in een onderneming in de logistieke sector op Schiphol. Ze dreef de zaak met haar levenspartner, in maart 2013 kwam het tot een scheiding. Ze bleef nog wel een tijdje in dienst van de onderneming, maar verkocht haar aandelen aan de ex, om een nieuwe woning te kunnen bekostigen.

Factor tien te weinig

Ze kreeg 310.00 euro voor haar belang en was daarbij, naar eigen zeggen, geadviseerd door de huisaccountant van haar, haar toenmalige partner en hun bedrijven. Achteraf kreeg ze twijfels over dat bedrag en heeft de beklaagde accountant gevraagd om een waardebepaling te maken. Die kwam op een ‘indicatieve’ waarde van drie miljoen, het tienvoudige dus. Toen waren de rapen gaar en volgde er rechtszaak op rechtszaak, ook tegen haar vroegere accountant.

Spervuur aan vragen

De AA is uitgegaan van een peildatum van 31 december 2013, wat hem op een spervuur aan vragen kwam te staan. Want waarom heeft hij niet gekozen voor de datum van uiteengaan van de partijen, in maart 2013? Net in de tijd tussen maart en december 2013 is een lucratieve deal tot stand gekomen, wat de omzet met miljoenen op heeft gezweept. En vooral: waarom heeft de AA toegestaan dat zijn rapport gebruikt zou worden in civiele procedures, wetende welke beperkingen eraan kleefden.

Lucratieve deals

De beklaagde accountant ziet niet in wat hij fout zou hebben gedaan. Hij heeft zich gebaseerd op de analyse van vijf voorafgaande jaren, waarin ook steeds lucratieve deals tot stand waren gekomen. Dus de prognose dat die trend zich zou voortzetten, kwam niet uit de lucht vallen. Hij baseerde zich bij zijn analyse op de jaarrekening 2013 die in concept bekend was, en op informatie van zijn opdrachtgeefster. Hij ging ervan uit dat zijn uitleg over de beperkingen in zijn rapport de civiele rechter wel zouden hebben bereikt.

(Zaaknummer 16/8480)

[Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen