Accountant na negatieve kantoortoetsen doorgehaald
Zaaknr. 19/1521
Over deze zaak schreven wij: Accountant klein kantoor hekelt regeldruk
Volgens de tuchtrechter slaagde hij er niet in, ondanks de geboden kansen, om zijn praktijkvoeren kwalitatief en inhoudelijk op orde te krijgen.
Het kleine accountantskantoor werd in oktober 2011 gewogen en te licht bevonden. De accountant diende een verbeterplan in, maar bij een hertoets in 2014 haalde hij wederom een negatief resultaat. Vanwege het doorvoeren van verbeteringen besloot de NBA echter geen tuchtklacht in te dienen maar het kantoor later opnieuw te toetsen. Die nieuwe reguliere toets had plaats op 20 september 2016. Het kantoor voldeed wederom niet aan de eisen en ook nu volgde een verbeterplan. Een hertoets vond niet eerder plaats dan eind oktober 2018 omdat de accountant in de maanden ervoor ziek was. De hertoets leidde tot het eindoordeel dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing in opzet en werking niet voldeed aan de eisen. Daarop diende de NBA een tuchtklacht in.
Het kantoor dat aan assurance verwante en overige opdrachten uitvoert, had geen toereikend kwaliteitssysteem. Zo had het kantoor geen klachtenregeling, werkte hij niet met een handboek maar had hij wel sjablonen beschikbaar voor de toetsing van witwassen die vervolgens niet gebruikt werden. Ook waren de overeenkomsten gebrekkig en vonden de toetsers tekortkomingen in dossiers, zo luidde de klacht.
Steken laten vallen
De accountant vroeg op de zitting eind februari om begrip. Zijn kleine kantoor bezweek bijkans door de vele regels waaraan accountants tegenwoordig moeten voldoen. Hij erkende steken te hebben laten vallen, maar wegens ziekte had hij onvoldoende tijd voorafgaande aan de laatste toets. Allereerst de sjablonen voor onder meer de beoordeling van opdrachtaanvaarding of -continuering, integriteit van de cliënt en de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft). Hij heeft niet betwist dat hij deze niet consistent toepaste in zijn werk. Evenmin betwiste de accountant dat hij de integriteit van de cliënt in de getoetste samensteldossiers niet voldoende heeft vastgesteld. In de controleerde dossiers ontbraken getekende opdrachtbevestigingen en besprekingsverslagen, net als een bedrijfsverkenning en de erkenning van de definitieve jaarrekening door het management. Ook schortte het in de vastlegging.
Dat zijn ziekte van invloed was op het werk van zijn kleine kantoor, mag zo zijn, maar hij had dan een waarnemer moeten inschakelen. “Daar komt bij dat betrokkene in 2018 ziek is geweest terwijl tekortkomingen al vanaf 2011 en bij meerdere toetsingen in de jaren daarna zijn geconstateerd en niet althans onvoldoende zijn verbeterd'', aldus de Accountantskamer in haar oordeel. Door al deze tekortkomingen en de vele kansen die hem zijn geboden, vindt de tuchtrechter een doorhaling voor 18 maanden gepast.