Accountant meubelgigant Steinhoff voor drie maanden doorgehaald
Zaaknummer: 20/1814
Door Michiel Satink
Steinhoff was na Ikea een van de grootste woonwarenhuizen ter wereld. Om fiscale redenen zetelde de Steinhoff Group vanaf 2015 in Nederland. De betrokken accountant, toen van Deloitte maar daar inmiddels niet meer werkzaam, controleerde de jaarrekening 2015-2016. Krap een jaar later kwam naar buiten dat er boekhoudkundige onregelmatigheden waren ontdekt. Deloitte trok de controleverklaring in. De accountant werd door de Autoriteit Financiële Markten voor de tuchtrechter gedaagd en met succes: alle verwijten van de AFM zijn door de Accountantskamer gegrond verklaard.
460 miljoen
Een van de opvallende punten uit het dossier was een transactie van 460 miljoen euro met een partij op de Britse Maagdeneilanden. Het verwijt was dat de accountant deze transactie amper onderzocht heeft. Alleen al het feit dat het bedrijf in dit belastingparadijs zetelde was daar reden voor. Dat dit bedrijf die som geld zou betalen, daarvan bestond alleen 'een mondelinge overeenkomst'. ,,De accountant heeft geen bankafschriften die deze betaling verifieert. Hij heeft geen werkzaamheden verricht om vast te stellen of dat geld daadwerkelijk is binnengekomen'', zo verweet de AFM hem. De accountant zag deze transactie als een schikking, zo zei hij op de zitting in april. Daarom heeft hij de omvang van dat bedrag niet getoetst en is hij ,,zonder nadere toelichting en onderbouwing uitgegaan van de juistheid van dit bedrag''. Omdat dit een transactie met een 'hoogrisicoland' was, had de accountant extra waakzaam moeten zijn, zo oordeelde de tuchtrechter. Hij had zich niet mogen beperken tot alleen de vaststelling of dat bedrag betaald was, ,,nog daargelaten dat hiervan niets is vastgelegd in het controledossier.'' Hij had die betaling moeten onderzoeken. Hij heeft zo dus onvoldoende controle-informatie verkregen.
Ook de aankondiging van de Duitse autoriteiten naar belastingontduiking werd door de betrokkene niet onderkend als een 'red flag'. Een brief hierover van een advocaat is volgens de tuchtrechter een essentieel document voor de controle van de jaarrekening. Dat deze accountant een cruciale rol speelde bij de ontdekking van de fraude, zoals door zijn advocaat werd bepleit, is voor de tuchtrechter geen reden om een lagere maatregel op te leggen. Hij handelde in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en dat klemt omdat Steinhoff een beursgenoteerde onderneming was met veel aandeelhouders en werknemers. Dat brengt een bijzondere verantwoordelijkheid met zich mee, aldus de tuchtrechter.