Accountant ‘loog tegen rechtbank’
De klager en beklaagde kwamen elkaar al tegen in ettelijke procedures. Kiem van die klachtenreeks is een vermogensverklaring die de AA afgaf voor de transportonderneming. Op basis van die verklaring deed de klager een investering in dit bedrijf. Tijdens de zitting bij de tuchtrechter die ging over het afgeven van die verklaring had de accountant al gezegd dat hij onder druk stond. Die verklaring was nodig om een zogeheten NIWO-vergunning te krijgen, verplicht voor transportbedrijven. Zonder die vergunning zou het bedrijf failliet gegaan zijn. Maar ook met vergunning kon dat: enkele maanden na het afgeven ervan ging het bedrijf alsnog onderuit.
De beklaagde ging in hoger beroep. Ook in een civiele procedure bij de rechtbank in Rotterdam – over de aansprakelijkheid van de accountant – zagen beide partijen elkaar weer. Volgens de klager heeft de accountant de rechtbank en het College van Beroep voor het bedrijfsleven leugens verteld. Zo werd betoogd dat in de procedure bij de Accountantskamer een getuige gehoord was. Nonsens, aldus de klager. Hij wil dat de Accountantskamer dit handelen als tuchtrechtelijk verwijtbaar opvat. De rechtbank Rotterdam kende hem naar eigen zeggen een schadevergoeding toe van 50.000 euro. De klager had 2 ton geïnvesteerd in het bedrijf.
‘Ik heb sterk de indruk dat klager hier allerlei dingen mag zeggen maar dat mijn cliënt zich roomser dan de paus moet voordoen. Dat is niet juist: hij mag natuurlijk zaken in zijn voordeel zo scherp mogelijk neerzetten. Hij heeft het recht zich te verweren’, zei de raadsvrouw van beklaagde. Volgens haar vraagt haar cliënt zich af wanneer de volgende klacht binnen komt als hij gebruik maakt van dat recht.
Vonnis over circa 15 weken.
Zaaknr. 15/1302
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]