‘Accountant in business benadeelde mede-aandeelhouders’
Zaaknr. 20/1424
Een accountant in business heeft zijn mede-aandeelhouders in een softwarebedrijf benaderd door stiekem activiteiten uit de BV te halen en deze over te hevelen naar een nieuw bedrijf waarvan zij geen eigenaar waren. Dat stelden deze mede-aandeelhouders maandag op zitting bij de Accountantskamer.
Softwarepakketten ontwikkelen voor aanbestedingen. Met die missie begonnen vijf heren, onder wie een RA, in 2014 samen een automatiseringsbedrijfje. Maar succes bleef uit. Voor de accountant in business begin 2016 reden een punt te zetten achter dit avontuur.
Samen met een van de mede-aandeelhouders begon hij een nieuwe onderneming. De detacheringsactiviteiten die hij en iemand anders onder de vlag van het softwarebedrijfje uitvoerden hevelde hij over naar deze nieuwe onderneming.
Volgens de aandeelhouders die achter bleven deed de RA dit zonder hen hierover in te lichten. Pas ongeveer een half jaar later ontdekten zij de transfer bij toeval, verklaarde een van de drie achterblijvers maandag bij het tuchtcollege.
Hamvraag tijdens de zitting was wie eigenaar was van deze detacheringsactiviteiten. Volgens klagers behoorden deze werkzaamheden, die onder anderen werden uitgevoerd door de RA en de aanbestedingsspecialist van het bedrijfje, al bij de oprichting tot de kernactiviteiten. Of, in de woorden van een van de klagers: “Die activiteiten zijn niet opgekomen als poep, het was de basis onder het bedrijf.”
Daar dachten de RA en zijn advocaat 180 graden anders over. Volgens de accountant hadden hij en de aanbestedingsspecialist zich op eigen initiatief vrijwillig laten detacheren omdat het softwarebedrijfje anders helemaal geen inkomsten meer had en de leningen die klagers de onderneming hadden verstrekt niet meer konden worden terugbetaald.
“In 2015 zaten we bij Van der Valk nog met zijn allen om tafel. Daar verzekerden klagers ons dat de beloofde investeringen door zouden gaan. Maar daar is niets van terechtgekomen,” aldus de accountant. “Toen hebben we – de RA en de aandeelhouder die wel mee is gegaan naar het nieuwe bedrijfje, red. – besloten er een punt achter te zetten. De detacheringsactiviteiten hebben we meegenomen. Die waren we vrijwillig aangegaan en had ik nodig om in mijn levensonderhoud te kunnen voorzien.”
De detacheringswerkzaamheden leverden jaarlijks zo’n 180.000 euro op. Daarvan ging 160.000 als managementfee naar de RA en de aanbestedingsspecialist. Het restant kon worden gebruikt om de leningen van de andere drie aandeelhouders af te lossen. Zij hadden het automatiseringsbedrijfje 200.000 euro geleend.
Eind februari 2016 maakten de RA en zijn kompaan hun vertrek bekend. Vlak daarvoor stelden zij een managementovereenkomst op. Daarin stond onder meer dat de accountant zich vrijwillig had laten detacheren. Met andere woorden: hij kon ermee doen wat hij wilde.
Vanwaar zo ineens deze managementovereenkomst?, wilde een van de leden van het tuchtcollege weten. “Dan heb je toch iets op papier, om iets te kunnen aantonen,” antwoordde de accountant. Volgens de advocaat van de RA is zoiets vrij gebruikelijk. “Hoe erg is zo’n overeenkomst als daarin slechts wordt geformaliseerd wat er is afgesproken?,” aldus de raadsvrouw.
Volgens haar zit de pijn van klagers ergens anders. “Toen de heren in 2014 dit avontuur begonnen hadden zij een droomscenario voor ogen. Dat is heel begrijpelijk. Maar dat dit scenario niet is uitgekomen betekent nog niet dat mijn cliënt tuchtrechtelijk strafbaar heeft gehandeld.”
Uitspraak over ongeveer vijftien weken.