Accountant hoefde ‘demente cliënt’ niet te beschermen

De klacht van drie dochters tegen een accountant die hun dementerende vader in bescherming had moeten nemen, is door de tuchtrechter ongegrond verklaard. De rechter vond niet voldoende aannemelijk dat hun vader handelingsonbekwaam was. 

Zaaknr. 17/674

De klagers meenden dat de accountant zelf profiteerde van hun steeds verwarder wordende vader. Haar rekeningen werden almaar hoger. De accountant had geen signalen van een vermoeden van handelingsbekwaamheid ten gevolge van ziekte of ouderdom. Gelet op de leeftijd van haar cliënt en zijn medische situatie had daar wel sprake van kunnen zijn. Het had ook voor de hand gelegen dat de accountant de situatie met een college besprak en daarvan de uitkomsten vastlegde. Het is echter aan klagers om te bewijzen dat hun vader op dat moment handelingsonbekwaam was. Dat bewijs hebben ze onvoldoende geleverd, meende de Accountantskamer. Dat de rekeningen opeens zonder reden fors hoger waren, hebben ze evenmin voldoende duidelijk gemaakt.

Onder toeziend oog van de accountant nam de nieuwe vriendin van hun vader grote sommen geld op. Bijna twee ton verdween van de rekening van hun vader. Maar de accountant voerde niet zijn administratie, stelde ze. Bovendien mocht ze vanwege haar geheimhoudingsplicht niet zonder zijn toestemming over de cijfers met derden praten. Omdat niet is aangetoond dat de vader ten tijde van die onttrekkingen van zijn bankrekening handelingsonbekwaam was, is ook dit klachtonderdeel ongegrond. 

Ook liet de accountant zich met grote regelmaat fe?teren door de nieuwe vriendin van hun vader, zeide klagers. Maar ook dit zwaarwegende feit is niet onderbouwd. Dat maakte dat alle klachten ongegrond zijn verklaard. 

Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle 

Gerelateerde artikelen