Accountant: handelen verdiende niet schoonheidsprijs

Een registeraccountant die als investeerder bij een manege betrokken raakte maar zich ook bezig hield met een van de jaarrekeningen, moest zich vrijdag verantwoorden voor de tuchtrechter. De klager meent dat het handelen van de RA in strijd is met de beroepsethiek.

De registeraccountant gaf het zelf tijdens de zitting al toe: zijn handelen verdiende niet de schoonheidsprijs. Maar hij heeft altijd naar eer en geweten gewerkt. Dat laatste wordt betwist door de klager. Hij en een compagnon zaten in de opstartfase van hun manege in het Gelderse Kootwijkerbroek toen ze de financiering niet rond kregen. De accountant, die een investeringsmaatschappij heeft, bood de helpende hand.

Vervolgens bleken er administratieve problemen. De klager vroeg de beklaagde of hij erna wilde kijken. Volgens de klager heeft de RA hier zijn eigen geldelijke gewin laten prevaleren boven wat de beroepsethiek voorschrijft. Beklaagde zelf reageerde door te stellen dat hij wel degelijk bedreigingen voor zijn objectiviteit zag en daar actie op ondernam. Het enige wat hij deed was een overzicht maken van geldstromen van de VOF en de BV die door elkaar liepen. Dat overzicht gaf hij in handen van een andere accountant. Die moest het vervolgens uitzoeken, zo zei hij.

Toen de klager ernstig ziek in het ziekenhuis werd opgenomen, stokte de samenwerking. Op de achtergrond speelt de claim van klager dat hij nog ruim anderhalve ton tegoed heeft van de accountant. Die betwist op zijn beurt de opeisbaarheid van deze lening. Een civiele rechter spreekt zich in juni uit over dat geschil. Een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Accountantskamer haalde dan ook weinig uit vrijdag. De accountant betwistte verder dat hij als RA gehandeld had. Toch had hij zich wel degelijk met de administratie bemoeit, zo reageerde de Accountantskamer. De beklaagde zei zich verder binnenkort uit te schrijven. De klager, die naar eigen zeggen hooguit nog twee jaar te leven heeft, wil graag dat de RA nu het nog kan op zijn morele verantwoordelijkheid wordt aangesproken.

Vonnis over circa vijftien weken.

(Zaaknr. 16/175)

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen