Accountant had bevoegdheid bestuur moeten onderzoeken

Een accountant had nader onderzoek moeten doen of het bestuur van een toeslagfonds voor pensioenen bevoegd was. Omdat hij dit naliet heeft hij door de tuchtrechter een waarschuwing opgelegd gekregen. De RA wist dat die bevoegdheid in twijfel werd getrokken en dat er ten tijde van het afgeven van goedkeurende verklaringen voor de jaarrekeningen nog rechtszaken liepen.

Dat blijkt uit het vonnis van de Accountantskamer. Klager in deze zaak is het vermogende toeslagfonds pensioenen van het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf. Al vanaf de jaren '90 van de vorige eeuw lopen klachtprocedures tegen het bestuur met de centrale vraag of die bestuurders daar wel mochten zitten. Maar de rechtbank in Amsterdam concludeerde in 1998 dat het niet aannemelijk was dat de samenstelling van het bestuur niet conform de statuten zou zijn. De accountant stelde in zijn verweer dat het aan de civiele rechter is om te bepalen of er sprake is van een al dan niet bevoegd bestuur. Aangezien de rechter zich daar al over heeft uitgelaten, hoefde hij niet jaarlijks na te gaan of de betreffende artikelen van de statuten door het bestuur van het Toeslagfonds zijn nageleefd.

De Accountantskamer stelt echter in het vonnis dat in regelgeving “is bepaald dat de accountant controlewerkzaamheden dient op te zetten en uit te voeren gericht op het onderkennen van rechtszaken en claims waarbij de entiteit betrokken is en die mogelijk een risico van een afwijking van materieel belang doen ontstaan. Onbevoegdheid van het bestuur van een entiteit vormt onmiskenbaar een zodanig risico.” De accountant wist dat in een nog lopende procedures die bevoegdheid betwijfeld werd en dat tijdens de controle van de jaarrekening 2012 een hoger beroep liep. Tijdens de controle van de jaarrekening 2014 liep er nog een procedure bij de rechtbank Amsterdam. Hij had deze risico's moeten vastleggen (volgens Standaard 330 van de NV COS). En als hij die werkzaamheden al had verricht, “kan niet gezegd worden dat betrokkene daarmee voldoende heeft onderzocht of het bestuur bevoegd was en rechtsgeldige besluiten kon nemen”.

De accountant had in het kader van de controles van de jaarrekeningen 2012 en 2014 een juridische deskundige moeten raadplegen. Hij had deze moeten vragen “naar zijn mening over de onbevoegdheid en naar de te verwachten uitkomst van deze procedures'', aldus de tuchtrechter.

Overige klachten zijn ongegrond verklaard.

Lees ook:

 

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen