Eindelijk duidelijkheid in duurzame data
Nederlandse bedrijven investeerden in 2020 maar liefst 2,1 miljard euro in milieuvoorzieningen, kopt het CBS. Dat is dus 931 miljoen euro meer dan in 2019. Het zegt veel over het belang dat we er wereldwijd aan hechten. En dat is natuurlijk goed nieuws. Maar het vraagt wel om duidelijkheid. Hoe pak je duurzaam rapporteren aan? Het publiek vertrouwt op de informatie die accountants aanleveren, maar hoe garandeer je dat deze informatie kwalitatief en betrouwbaar is? Dit vraagt om vaste frameworks. Alleen zo kun je vergelijken.
Binnen de wereld van de ‘normale accountancy’ hebben we alles wel zo’n beetje dichtgetimmerd. Wat is belangrijk en wat niet? De getallen die in de kolom met sales staan, kun je meestal prima controleren en vergelijken en hebben een solide controleproces. Dit is het gevolg van allerlei vaste afspraken die we al tig jaar terug met elkaar maakten. Maar hoe meet je duurzaamheid en vooral; hoe garandeer je dat deze informatie klopt? Veel verder dan een paar softe KPI’s komen de meesten van ons niet. Wat is ‘onze’ voetafdruk en hoe betrouwbaar is die data eigenlijk? Elk antwoord op die vraag blijkt al snel ondefinieerbaar. Onbetrouwbaar. Onvergelijkbaar. Het is appels met peren vergelijken.
COSO voor ESG reporting
Om te voorkomen dat data onbetrouwbaar is, is het belangrijk dat bedrijfsinformatie afkomstig is uit systemen met toezicht, interne controles en een sterke governance. Om tot betrouwbare controleprocessen te komen, sloegen vijf toonaangevende associaties – waaronder IMA – in 1985 de handen ineen en kwamen tot één gezamenlijk COSO Framework. Dit framework was bedoeld voor de financiële rapportages, maar COSO kan ook prima gebruikt worden bij ESG-rapportages, die daardoor betrouwbaar en duidelijker worden. Dit zou ook betekenen dat de interne controleprocessen voldoen aan de officiële regelgeving.
Creatief gesjoemel
Wanneer alle organisaties op precies dezelfde wijze hun cijfers controleren, voorkomen we serieus gesjoemel. Dankzij een wirwar aan frameworks blijven ook vervuilende bedrijven in staat om weg te komen met hun beleid. Frameworks sluiten ook niet altijd op elkaar aan, en/of er is een sterk verschil in wettelijke eisen. Zo staat in het akkoord van Parijs voor elk land vastgelegd hoe zij hun CO2-uitstoot moeten meten bij hun meest vervuilende industrie. Maar gek genoeg zit de luchtvaart niet in dat akkoord. Dat geeft wel aan hoe ‘creatief’ je kunt zijn en blijven in deze discussie.
Hét olieland bij uitstek!
Dat maakt het bericht van het CBS ook zo belangrijk. Het toont direct aan hoeveel bedrijven in Nederland serieus bezig zijn met duurzaamheid, vergeleken met andere bedrijven uit hun sector. Saoedi-Arabië wil in 2060 CO2-neutraal zijn. Saoedi-Arabië, hét olieland bij uitstek! Dit moeten we in de praktijk natuurlijk nog afwachten, maar het maakt wel helder dat dit hét momentum is.
Europees succes
Maar dat vraagt wel om een vertrekpunt. En hoewel er meerdere vetrekpunten zijn is dat zeker ook het COSO Framework.
Nederland zit in de Europese kopgroep. Denk alleen maar aan de prominente rol in de duurzaamheidsdiscussie voor ons eigen ABP, het grootste pensioenfonds ter wereld. Dat stopt met beleggen in fossiele energie. Het fonds gaat deelnemingen die fossiele brandstoffen gebruiken, aansporen deze te minderen, las ik recent in Het Parool. Maar investeren in duurzame bedrijven doen ze bij het ABP bij voorkeur als ze die duurzaamheid helemaal eerlijk kunnen beoordelen. Op basis van een betrouwbaar framework.
Alain Mulder is Senior Director Europe Operations bij IMA, de wereldwijde vereniging van finance professionals. Ook is hij verantwoordelijk voor de Europese groei van het CMA-programma.