Accountant betert zijn leven nadat de tuchtklacht is ingediend

Ook na een hertoets haalde een accountantskantoor uit het noorden van het land een onvoldoende. Tijdens de tuchtzaak toonde de accountant nu wel op de goede weg te zijn. “De NBA stelt het op prijs dat hij zijn tekortkomingen erkent maar dit doet niets af aan de ernst van de geconstateerde overtredingen.”

De lijst tekortkomingen is lang. En de overtredingen zijn ernstig, zegt advocaat Irene Oosthoek namens de beroepsorganisatie. Bij de hertoets in 2023 zijn vijf dossiers beoordeeld waarvan er slechts één de toets der kritiek kon doorstaan.

Dossier aangepast
“Ook heeft hij na afronding nog een dossier aangepast. Hij had moeten begrijpen dat na het afgeven van een verklaring dat niet meer mocht.” In 2018 was het stelsel van kwaliteitsbeheersing op het kantoor ook al niet op orde. “Hij heeft de afgelopen jaren voldoende gelegenheid gehad orde op zaken te stellen.”

Nu ligt er dus de tuchtklacht maar is de beklaagde accountant wel aan het werk gegaan. “De toezeggingen geen vrijwillige controles meer te doen, geeft vertrouwen dat het kantoor de tekortkomingen serieus neemt”, zegt de raadsvrouw.

Twee accountants aangesteld
Advocaat Marc Kelder benadrukt vooral wat er nu wel goed gaat bij het kantoor. Twee accountants hebben recent hun opleiding afgerond en zijn hopelijk vanaf deze zomer ook tekeningsbevoegd. “Mijn cliënt heeft zijn partner uitgekocht en is toen te optimistisch geweest”, zegt hij over diens besluit de hertoetsing naar voren te plaatsen. De beklaagde accountant bevestigt dat.

Hij begon in de jaren negentig te werken bij dit kantoor. Zijn leermeester werd zijn compagnon en dat schuurde. Vooral omdat de leermeester geen accountant is en dus alle verantwoordelijk bij de beklaagde lag. “Ik had moeten doorpakken en ik had eerder hulp van buitenaf moeten inschakelen”, zegt hij. Hij was onvoldoende tegen zijn compagnon opgewassen.

Meekijken over de schouder
Inmiddels heeft hij iemand die over zijn schouders meekijkt. “Dat had ik eerder moeten doen. Ik heb dat eerder nooit overwogen.” Hij geeft toe dat het kantoor niet voldeed. Hij is met het controlewerk gestopt en wil dat niet opnieuw oppakken. Dat hij een controledossier wijzigde geeft hij ook toe.

“Ik was me er toen niet bewust van dat dit niet geoorloofd was. Ik heb onvoldoende de regelgeving en kwaliteit voor ogen gehad.” Inmiddels staat hij er dus niet meer alleen voor. Hij is er van overtuigd binnenkort twee tekenende collega’s te hebben. “Ik zou het bijzonder spijtig vinden dan tijdelijk op de reservebank te zitten.”

De tuchtrechter doet in beginsel binnen twaalf weken uitspraak.