Accountant berispt na ernstige waarderingsfout

Een betwijfelde waardering van vennootschappen in een boedelscheiding heeft een accountant een berisping opgeleverd. Ook op de zitting gaf de beklaagde blijk niet in te zien dat hij met die waardering een ernstige fout heeft gemaakt, oordeelde de Accountantskamer.

In een toelichting op zijn rapport schreef de accountant dat hij er per abuis vanuit ging dat de negatieve waarde ter hoogte van een ton van de VOF niet in de eenmanszaak verwerkt zou zijn. Dat was wel zo. Maar in zijn correctie groeide de negatieve waarde van 311.000 euro naar ruim 410.000 euro. Had dat niet de nieuwe negatieve waarde 211.000 euro moeten zijn, wilde een van de leden van de Accountantskamer weten. Daarop kwam geen helder antwoord. Ook zag de accountant dat sprake was van overwaarde bij de woning maar dat hij bij gebreke van een boedelbeschrijving overging tot een totale afwaardering van genoemde vordering op grond van het 'totaalbeeld' dat hij van de zaak had. “Het is echter evident dat dit laatste zonder nadere onderbouwing geen deugdelijke grondslag kan vormen voor de onderhavige afwaardering”, aldus de tuchtrechter.

Een rechtvaardiging voor die afwaardering is ook anderszins niet gebleken of aannemelijk geworden en daarom moet het handelen van betrokkene worden gekwalificeerd als een schending van het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’, schrijft de Accountantskamer in het vonnis. Zijn fout heeft de uitkomst van de door hem te verrichten waardering sterk beïnvloed. Hij wist dat er wel degelijk vermogen was – in de vorm van overwaarde – en hij wist dat zijn waardering een rol zou spelen in een gerechtelijke procedure. De accountant is niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld.

Lees ook:

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]  

Gerelateerde artikelen