Aanpassing partnerbegrip pleegkinderen in Belastingplan 2018

In het pakket Belastingplan 2018 zal een voorstel worden opgenomen voor de oplossing van de partner- en toeslagenproblematiek als er sprake is van inwonende pleegkinderen.

Dit schrijft staatssecretaris Wiebes van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.

Inwonende kinderen of stiefkinderen die jonger zijn dan 27 jaar worden niet als fiscaal partner of als toeslagpartner aangemerkt. Dit geldt ook voor pleegkinderen, mits deze worden onderhouden en opgevoed als eigen kinderen. Als er kinderen inwonen waarvoor een pleegvergoeding wordt of werd ontvangen op grond van de Jeugdwet, dan voldoet de verzorgende ouder niet aan het onderhoudsvereiste. De kosten van levensonderhoud worden dan immers gedragen door het Rijk. In fiscale zin en voor toeslagen is dan geen sprake van een pleegkind. Het is mogelijk dat een kind in die specifieke situatie na het bereiken van de 18-jarige leeftijd als partner van de verzorgende ouder wordt aangemerkt. Dit kan zich voordoen als deze ouder nog geen partner heeft en er ook een minderjarig kind is ingeschreven op hetzelfde adres (de regeling voor samengestelde gezinnen). In dat geval worden het inkomen van het pleegkind dat de 18-jarige leeftijd heeft bereikt en dat van de ouder samengeteld voor het recht op toeslagen. Ook kan het partnerschap gevolgen hebben in de inkomstenbelasting. Het hangt van de individuele situatie af of een en ander voor- of nadelen meebrengt voor de betrokkenen.

Het voorstel van de staatssecretaris zal tot gevolg hebben dat, als het gaat om de toepassing van het partnerbegrip door de Belastingdienst voor pleegkinderen, de regeling gaat gelden voor bloed- of aanverwanten in de eerste graad van de belanghebbende. Onder bloed- of aanverwant in de eerste graad van de belanghebbende zal tevens worden verstaan een pleegkind voor wie de (andere) meerderjarige een pleegvergoeding ontving of ontvangt op grond van de Wet op de jeugdzorg of de Jeugdwet, of kinderbijslag ontving op grond van de Algemene Kinderbijslagwet. Daardoor zal geen partnerschap van de belanghebbende met een (voormalig) pleegkind meer bestaan, tenzij beiden de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt en er voor het overige voldaan wordt aan de criteria die gelden voor partnerschap.

 

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen