Aangifte bij politie door RA reden voor klacht

De klager is een van de investeerders die hun geld in rook zagen opgaan. In totaal hebben beleggers rond de 130 miljoen euro verloren. De curator in het faillissement staat voor de taak bepaalde vermogensbestanddelen aan die en gene toe te delen. De vader van de betrokkene zou in 2013 afgezet worden als bestuurder van een Duitse vennootschap ten gunste van de klager. Tot dan toe waren klager en senior nog gewoon zakelijk aan het onderhandelen geweest over hoe het verder moest. Maar bij de dreiging van afzetting zou senior agressief en emotioneel hebben gereageerd en werd het een persoonlijk conflict.

Intussen had de registeraccountant klager geadviseerd in een heel andere kwestie, over investering in de assurantie-wereld. Nadat zijn opdracht was afgerond ging hij naar de politie om aangifte te doen van bedreigingen door klager. Deze aangifte heeft hij ook aan zijn vader verstrekt, die er op zijn beurt mee naar de Duitse politie is gegaan. De aangifte in Nederland is in eerste instantie gevolgd door vrijspraak, in hoger beroep legde de hoofdofficier van justitie de zaak terzijde. Hoe het er in Duitsland voorstaat is niet bekend.

Maar door het strafrechtelijk onderzoek liep de positie van klager gevaar, want hij mocht als bestuurder geen enkel justitieel contact hebben. Hij denkt daarom dat de aangifte een opzet is geweest om hem te lozen. De klager ontkent dat hij ooit bedreigingen heeft geuit. Er was hooguit een akkefietje, maar dat dateert al uit 2009. Toen had  hij in een aandeelhoudersvergadering gezegd dat senior 1,1 miljoen in contanten zou hebben opgenomen uit het beleggingsfonds. Dat bleek echter een overschrijving van de ene naar de andere bankrekening te zijn geweest, en daar heeft hij zijn excuses destijds voor aangeboden, wat hem betreft was de kous daarmee af.

De RA zegt dat hij tot zijn aangifte is gekomen na een inbraak in zijn kantoor in Praag, waar zijn laptop met waardevolle informatie is gestolen. Dat kon wat hem betreft geen toeval zijn en hij suggereerde in zijn aangifte dat klager daarbij betrokken is.

 

 

Zaaknummer: 14/1837 

Petra van Walraven / JPZ