Aangeklaagde RA: ‘je kunt fraude plegen en toch goed vakman zijn’
Celstraf
De registeraccountant in kwestie heeft 23 jaar als accountant gewerkt bij een gerenommeerd kantoor. Vanaf 2004 is hij zelfstandig ondernemer geworden. Hij stortte zich in een veelheid van bedrijven in zeer uiteenlopende bedrijfstakken, zoals een zaak in kunststofkozijnen in het Oosten van het land. Hij was niet heel succesvol: het leidde tot een aantal faillissementen in zijn conglomeraat en een persoonlijk faillissement. Eerder dit jaar is hij door de rechtbank Overijssel zelfs veroordeeld wegens fraude, tot een jaar cel, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Tegen dat vonnis is hoger beroep ingesteld.
Het Openbaar Ministerie heeft naast de strafzaak een tuchtprocedure tegen de man aangespannen, omdat hij het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht. Hij werkte weliswaar niet meer als accountant, maar voerde wel die titel en verrichtte voor zijn eigen bv’s ook accountantswerkzaamheden.
Onjuiste aangiften
Een opsomming van de onregelmatigheden die zijn geconstateerd in de bedrijven van de beklaagde: onjuiste/onvolledige aangiften omzetbelasting, opmaken van valse loonstroken en jaaropgaven, voeren van een onjuiste administratie, onjuiste aangiften loonheffing, valse auto-kilometerregistratie en opmaken van een valse factuur ter waarde van bijna 80.000 euro om de verschuldigde belasting van een van zijn bv’s te verlagen. Het fiscale nadeel voor deze feiten bedraagt, aldus het OM: 283.342 euro.
Functie stopt niet na 5 uur
In de strafzaak heeft de officier van justitie gewezen op de verantwoordelijkheid van een ambt als accountant, die niet ophoudt aan het einde van een werkdag. Ook als de fraude niet is gepleegd uit hoofde van zijn functie, schaadt het de goede naam en aanzien van de beroepsgroep.
Daar is de gemachtigde van de voormalige RA het dus niet mee eens. ‘Als een officier van justitie 50 kilometer te hard rijdt, is hij nog wel in staat zijn werk goed te doen.’ Overigens kwam hij namens zijn cliënt met een nieuw verweer. Heeft betrokkene aanvankelijk een deel van de fraude wel toegegeven, nu komt hij met het verhaal dat hij onder druk is gezet door ‘derden’. Dat zou dan een rechtvaardigingsgrond kunnen zijn. Wie dat zijn wil hij niet zeggen, omdat de beroepszaak nog loopt.
Uitspraak in de tuchtrechtzaak is over ongeveer vijftien weken.
(Zaaknummer 16/3051)
[Door: Petra van Walraven/juridisch Persbureau Zwolle]