AA vergeefs in beroep tegen 18 maanden doorhaling
In hoger beroep bij het CBb bestreed de AA niet het oordeel van de Accountantskamer dat hem een tuchtrechtelijk verwijt te maken viel, maar stelde slechts de opgelegde maatregel ter discussie. Hij verzocht het CBb zijn inschrijving in het register ongewijzigd te laten en hem een (aanvullende) hertoetsing te laten ondergaan zodat hij kan bewijzen dat hij de accountantstitel met recht kan blijven voeren.
Daartoe voerde de accountant aan dat hij na de door NBA uitgevoerde hertoetsing veel geld, tijd en energie heeft geïnvesteerd om met zijn kantoor het vereiste kwaliteitsniveau te bereiken. De AA is aan de slag gegaan met de tekortkomingen die zijn geconstateerd en heeft daarbij de hulp ingeroepen van een extern bureau, Extendum. Hij heeft een kwaliteitshandboek opgesteld. Hij heeft een klachten- en incidentenregeling opgesteld. Hij gebruikt de documentatie die noodzakelijk is voor een goede dossiervorming. Hij voldoet aan zijn PE-verplichtingen. De afgelopen jaren zijn in financiële en emotionele zin zwaar geweest, onder meer door de overname van een administratiekantoor en het ontslag van een medewerker.
Het CBb acht de door de Accountantskamer opgelegde maatregel, gelet op de omstandigheden van dit geval, waaronder het aantal en de ernst van de vastgestelde verwijten, passend en geboden en ziet in hetgeen de AA betoogt geen aanleiding voor het laten uitvoeren van een (aanvullende) hertoetsing. Daarbij neemt het CBb in het bijzonder in aanmerking dat de AA zijn overtuiging, dat verbeteringen dringend noodzakelijk zijn, onvoldoende in concrete resultaten heeft omgezet, ofschoon de eerste toetsing ruim zeven jaar geleden en de hertoetsing ruim twee jaar geleden heeft plaatsgevonden. Zijn stelling dat hij thans op de juiste weg is, heeft de AA niet nader onderbouwd en aldus niet aannemelijk gemaakt. Tegen de achtergrond van de toetsing en de hertoetsing en de begeleiding door het externe bureau had de AA zijn stelling in elk geval meer gewicht kunnen geven door bijvoorbeeld een sluitende analyse van de gehele praktijk te maken, de concrete bereikte verbeteringen duidelijk en specifiek te beschrijven en de stand van zaken te laten verifiëren door een externe deskundige. Hij heeft dit niet gedaan. Veelzeggend in dit verband vindt het CBb voorts de omstandigheid dat de AA een voor eind 2015 geplande audit door Extendum heeft verzet naar juli 2016, omdat, zo heeft de AA ter zitting verklaard, zijn praktijk in december 2015 nog onvoldoende op orde was.
Gelet op het voorgaande onderschrijft het CBb de bestreden uitspraak. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is.
Lees ook:
• AA 18 maanden doorgehaald om onvoldoende kwaliteitsstelsel accountantspraktijk