AA aangeklaagd voor werk ‘rekenmeester’ van zijn kantoor

Het rekenwerk van een accountantskantoor in een echtscheidingsprocedure over de verdeling van vermogen is door de rechtbank naar de prullenbak verwezen. De echtgenoot in kwestie realiseert zich achteraf pas dat het bedrag dat hij aan zijn ex zou moeten betalen mogelijk veel te hoog is getaxeerd. ‘Ik ben agrariër, geen accountant’, begint hij zijn klacht voor de Accountantskamer om te onderstrepen dat hij volledig vertrouwde op de deskundigheid van experts.

De klager hoopt dat de Accountantskamer vaststelt dat het kantoor een wanprestatie heeft geleverd. Maar dat gaat de tuchtrechter niet doen, waarschuwt de voorzitter alvast maar. ‘We kunnen alleen iets zeggen over het handelen of nalaten van een individuele accountant.’

Huwelijkse voorwaarden

Het betreffende accountantskantoor trad tot en met 2008 op voor het echtpaar en het agrarische bedrijf. In 2013 werd dat kantoor door beide echtelieden en hun advocaten gevraagd een berekening te maken voor de vermogensverdeling, over de jaren 2010-2012 in verband met de echtscheiding. Toen kwam uit dat de opvolgend accountant geen jaarlijkse vermogensopstelling heeft gemaakt in het kader van de huwelijkse voorwaarden. De klantbeheerder van het eerste kantoor is vervolgens aan de hand van concepten aan het rekenen geslagen, volgens de methodiek van voor die tijd. Hij had nog contact met de familie, omdat hij nog wel de aangiften inkomstenbelasting voor mevrouw deed. Er kwam uit dat de agrariër zijn ex bijna drie ton zou moeten meegeven

Solistisch optreden

Het lijkt erop dat die medewerker, zonder accountantstitel, zijn boekje te buiten is gegaan en ‘enigszins’ solistisch is opgetreden, blijkt uit het verweer van de AA , die namens het kantoor op het matje moet verschijnen. De ‘rekenmeester’, zoals de medewerker wordt genoemd, had ruggespraak moeten houden met een van de accountants van het kantoor. De aangeklaagde accountant wist aanvankelijk niet eens dat de medewerker de betreffende opdracht had gekregen en ermee aan het werk was. ‘Dus dat kon kennelijk gebeuren op uw kantoor?’, luidt een vraag uit de Accountantskamer. De procedures op kantoor zijn inmiddels aangepast. En in dit geval had er zeker een duidelijke toelichting moeten komen bij het rekenwerk. ‘Maar de berekening was er niet anders door geworden, die klopt. En meneer [de klager] heeft ook niet aangedrongen op een stelselwijziging.’

De verweerder is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank, die de verrekening in juli vorig jaar vernietigde. Maar hij speelt geen rol in de procedure: ‘ik ben geen mediator, ik heb geen voorstellen gedaan.’

‘Ik heb gedwaald

En de agrariër? ‘Ik heb gedwaald, dat heeft de rechtbank zelf gezegd.’ Hij en zijn ex, die inmiddels niet meer eendrachtig optreden, moeten er nu onderling uit zien uit te komen, want een deskundigenrapport laten opstellen zou te duur zijn. Hun standpunten liggen nog te ver uiteen. Deze maand staat een volgende zitting voor de rechtbank gepland.

De Accountantkamer doet over tien tot vijftien weken uitspraak.

(Zaaknr. 16/1226)

[Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen