AA 18 maanden doorgehaald vanwege onvoldoende intern stelsel van kwaliteitsbeheersing

De Accountantskamer heeft een AA de maatregel van definitieve doorhaling voor een termijn van 18 maanden opgelegd, omdat de samenstelpraktijk van het accountantskantoor ook ten tijde van een hertoetsing nog steeds niet beschikt over een intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

De klacht die de NBA bij de tuchtrechter had ingediend houdt in dat de accountantspraktijk van betrokkene ten tijde van de toetsing op 28 oktober 2013 niet beschikte over een intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daaraan gestelde eisen. In het bijzonder wordt de AA verweten dat sprake is van tekortkomingen bij het verrichten van samenstellingsopdrachten, en wel op de onderdelen:
• aanvaarding en continuering van opdrachten;
• uitvoering en documentatie van de werkzaamheden;
• afwerking en rapportering.

Hiermee zou de AA gehandeld hebben in strijd met de fundamentele beginselen ‘deskundigheid en zorgvuldigheid’ en ‘professioneel gedrag’ als bedoeld in de Verordening Gedragscode (AA’s).

De Accountantskamer verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond. Volgens de Accountantskamer moet de AA in het bijzonder worden aangerekend dat hij ook nog ten tijde van de toetsing op 28 oktober 2013 – die bijna vier jaren na de eerste toetsing in 2009 plaatshad – het stelsel van kwaliteitsbeheersing nog steeds niet op orde had. Betrokkene heeft ook niet de moeite genomen te reageren op een klaagschrift en/of ter zitting te verschijnen. Hij heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat zijn kantoor inmiddels wel beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daarvoor geldende normen. Betrokkene heeft evenmin doen blijken dat hij zich bewust is van het belang dat zijn praktijk daarover beschikt en dat hij hier ook daadwerkelijk aandacht aan besteedt. De Accountantskamer heeft ten slotte meegewogen dat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Een en ander overziende acht de Accountantskamer het passend en geboden de in artikel 2, eerste lid, sub e. Wtra bedoelde maatregel van doorhaling op te leggen. Daarbij zal zij de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het register kan worden ingeschreven bepalen op 18 maanden. De Accountantskamer gaat ervan uit dat klaagster, alvorens een verzoek tot herinschrijving van betrokkene te honoreren, zich ervan zal vergewissen dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing in de praktijk van betrokkene inmiddels wel aan de daaraan te stellen eisen voldoet.

Gerelateerde artikelen