AA 18 maanden doorgehaald om onvoldoende kwaliteitsstelsel accountantspraktijk
In 2008 is de praktijk van de AA voor het eerst getoetst en toen bleek dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de praktijk van de AA niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. In 2009 werd een verbeterplan ingediend, maar dat werd onvolledig bevonden. Daarop diende de accountant een aangepast verbeterplan in dat werd goedgekeurd. De AA is een termijn van drie weken gesteld om aan te tonen dat hij de waarneming van zijn praktijk goed had geregeld. De waarnemingsovereenkomst is in 2010 akkoord bevonden.
In maart 2012 verzocht de AA om vrijstelling van toetsing op grond van de VPPT te verlenen. Uit coulanceoverwegingen is uitstel van toetsing verleend tot 2013. Deze hertoetsing heeft (na wederom een uitstel) uiteindelijk op 12 februari 2014 plaatsgevonden. Het eindoordeel van de hertoetsing hield in dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk niet voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld.
Daarop werd door de NBA een tuchtklacht tegen de accountant ingediend, waarin de AA in het bijzonder wordt verweten dat sprake is van algemene tekortkomingen in het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing, dat in twee samenstellingsdossiers sprake is van tekortkomingen en dat in twee controledossiers ook sprake is van tekortkomingen.
In de uitspraak zegt de Accountantskamer onder meer dat de AA in het bijzonder moet worden aangerekend dat hij in al die jaren na de eerste toetsing zijn tijd en aandacht meer heeft gericht op de overname van een administratiekantoor dan op de noodzakelijke verbetering van het kwaliteitsstelsel van zijn accountantspraktijk en dat hij ten tijde van de hertoetsing het stelsel van kwaliteitsbeheersing nog steeds niet op orde had, terwijl ook bij de behandeling van de klacht niet is gebleken dat het kantoor inmiddels wel beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daarvoor geldende normen. Daar weegt volgens de tuchtrechter onvoldoende tegenop dat de AA ter zitting er wel blijk van heeft gegeven dat hij het belang inziet van het beschikken over een zodanig stelsel, voor het realiseren waarvan hij – naar zijn zeggen – externe begeleiding door Extendum heeft ingeschakeld.
De Accountantskamer acht de maatregel van doorhaling passend en geboden, waarbij de termijn waarbinnen de AA zich niet opnieuw in het register kan doen inschrijven wordt bepaald op 18 maanden. Een tijdelijke doorhaling volstaat naar het oordeel van de Accountantskamer niet, nu in dat geval de inschrijving van de AA in het register van rechtswege zou herleven, ook als het kantoor dan nog steeds niet beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daarvoor geldende normen. ‘Als de kwaliteit van het kantoor met de hulp van Extendum op het vereiste niveau is gebracht, kan betrokkene de NBA om herinschrijving verzoeken, waarna het aan de NBA is zich dienaangaande een oordeel te vormen,’ aldus de Accountantskamer.