4 belastingtips voor ondernemers zakelijke dienstverlening

Veel startende ondernemers en ZZP’ers doen hun belastingaangifte zelf. Om dit zo makkelijk mogelijk te maken, heeft de Belastingdienst al privégegevens voor hen ingevuld. Het zakelijke deel van de aangifte moet je als ondernemer zelf invullen. Om ondernemers uit de zakelijke dienstverlening voor de inkomstenbelasting te helpen bij een soepele, goede en volledige aangifte, zet de Belastingdienst de belangrijkste aftrekposten en belastingregelingen op een rij. Belastingaangifte doen kan tot 1 mei.

1. Ondernemersaftrek
Onder de ondernemersaftrek vallen onder andere de zelfstandigenaftrek en startersaftrek. Om in aanmerking te komen, moet iemand ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting en voldoen aan het urencriterium. Uit een recente peiling blijkt dat 85,9 procent van de ondernemers bekend is met het urencriterium, waarvoor zij onder andere minimaal 1.225 uur per kalenderjaar moeten besteden aan hun bedrijf. De zelfstandigenaftrek bedraagt 7.280 euro. Hiernaast kunnen ondernemers ook aanspraak maken op de startersaftrek van 2.123 euro. Dit mag wanneer zij in de afgelopen vijf jaar minimaal een jaar geen ondernemer waren en in deze periode niet meer dan twee keer gebruik hebben gemaakt van de zelfstandigenaftrek.

2. Mkb-winstvrijstelling
Als je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting krijg je automatisch de mkb-winstvrijstelling. Daardoor hoef je geen belasting te betalen over 14 procent van je winst. Bij ondernemers die in 2018 verlies hebben gedraaid, wordt de mkb-vrijstelling automatisch verrekend. Hierbij wordt 14 procent van het geleden verlies niet meegeteld.

3. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Heeft een ondernemer in 2018 meer dan 2.300 euro geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen? En kosten de bedrijfsmiddelen per stuk 450 euro of meer? Dan heeft hij/zij mogelijk recht op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. De hoogte van de investeringsaftrek hangt af van de investeringen.

4. Fiscale oudedagsreserve
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting mag, als hij of zij aan het begin van het kalenderjaar nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt, jaarlijks een deel van de jaarwinst toevoegen aan zijn/haar fiscale oudedagsreserve. Het bedrag dat zij reserveren voor hun pensioen, mogen zij aftrekken van hun winst. Ze hoeven het geld niet daadwerkelijk opzij te zetten, maar houden het vrij voor hun bedrijf.

Wel of geen recht op aftrekposten?
Voor bovenstaande aftrekposten en belastingregelingen geldt dat iemand ondernemer voor de inkomstenbelasting moet zijn. Ondernemers die hierover twijfelen, worden aangeraden de OndernemersCheck te doen. Aan de hand van maximaal 20 vragen over continuïteit, ondernemersrisico, bedrijfsomvang en zelfstandigheid krijgen zij een goede indicatie of zij ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting.

Ondernemers hebben tot 1 mei om de belastingaangifte over 2018 in te dienen. Ga voor meer informatie naar Belastingdienst.nl/aangifte en Belastingdienst.nl/ondernemers.