‘25% bijtelling is fiscale discriminatie’
VZR: “De bijtelling is een forfaitair percentage dat op het hoogste tarief 25% kent in het huidige systeem. Door kortingen op de bijtelling zijn de lagere bijtellingcategorieën ontstaan. Met het akkoord van Autobrief 2 wordt het hoogste forfaitaire bedrag verlaagd van 25% naar 22%, behalve voor de volledig electrische auto’s die 7% bijtelling hebben. Berijders die nu in een normale auto rijden zonder korting op de bijtelling, blijven ook na 2017 25% betalen. Dit ongeacht het feit dat het maximum percentage verlaagd is naar 22%. De betreffende auto’s hebben de eerste 60 maanden 25% bijtelling. Na 60 maanden, vanaf het zesde jaar krijgen deze auto’s pas 22% bijtelling. Volgens VZR onlogisch en onredelijk. Hier is sprake van fiscale discriminatie.”
VZR roept de Tweede Kamer op om door middel van het aannemen van een motie er bij de staatssecretaris op aan te dringen dat het maximale forfaitaire percentage bedrag van 22% vanaf 2017 ook geldt voor de auto’s die nu 25% bijtelling hebben.
Proefprocedure bijtelling 2017 in voorbereiding
Niet alleen VZR is van mening dat hier sprake is van fiscale discriminatie. Ook mr. Jan Rolleman van AMD automotive fiscalisten stelt dat het verschil tussen 22 en 25 procent een ongelijke behandeling van gelijke gevallen oplevert. In samenwerking met Felix Accountants & Belastingadviseurs begint hij daarom een proefprocedure, zodra dit juridisch mogelijk is. De voorbereiding zijn daarvoor al gestart. “Onder meer een eerder arrest biedt hiervoor aanknopingspunten. De Hoge Raad oordeelde toen dat verschil in bijtellingspercentages ongelijke behandeling opleverde, maar oordeelde dat het toch gerechtvaardigd was omdat het als reden een verschil in CO2-uistoot had. Die reden is er met de wijziging per 2017 niet meer. Ook de redenering van staatssecretaris Wiebes dat deze berijders bewust hebben gekozen voor een onzuinige auto overtuigt niet,” aldus Rolleman. “Vaak was er immers helemaal geen keuze voor een auto met lagere bijtelling mogelijk, denk bijvoorbeeld aan de meeste bestelauto’s van de zaak.”
Op dit moment wordt bekeken op welke wijze de procedure het snelst kan leiden tot een uitspraak van de Hoge Raad, de hoogste rechter in belastingzaken.