Historische verslechtering van overheidsfinanciën ‘behapbaar’

Een tekort van zo'n omvang is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer voorgekomen.

Door de coronacrisis hebben de overheidsfinanciën een flinke tik gekregen. Niet alleen dit jaar zal de Nederlandse overheid afsluiten met een historisch tekort, ook de komende jaren zal er meer geld uit de schatkist gehaald moeten worden dan erin komt. 

Dat berekende De Nederlandsche Bank (DNB) in zijn economische ramingen. De centrale bank noemde de verslechtering van de overheidsfinanciën evenwel 'behapbaar'. De ingrepen van de overheid werden als "beleid uit het boekje" neergezet.

Voor dit jaar wordt op een begrotingstekort van 6,3 procent gerekend, vooral als gevolg van steunmaatregelen om Nederland door de crisis te loodsen. Een tekort van zo'n omvang is volgens DNB sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer voorgekomen. In vergelijking met andere landen in Europa houdt Nederland de schade relatief beperkt.

Aan regelingen voor loonsubsidies, inkomenssteun voor zelfstandige ondernemers en de compensatie voor vaste lasten voor bedrijven geeft Nederland dit jaar alleen al naar verwachting 27 miljard euro uit. Deze regelingen zadelen Nederland volgend jaar op met een rekening van zeker nog eens 7 miljard euro. Het uitgangspunt daarbij is dat de steunmaatregelen geleidelijk worden afgebouwd en op 1 juli volgend jaar worden beëindigd. Alle aanpassingen die het kabinet op 9 december aangekondigde, zoals extra steun en langere doorlooptijden van de noodhulp, zijn in de DNB-ramingen niet meegenomen.

Voor de crisis kampte Nederland met een schuld van 48,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Daarbij werd 2019 afgesloten met een overschot van 1,7 procent. Na het tekort van 2020 zullen ook in 2021 en 2022 rode cijfers worden geschreven, doordat de overheidsuitgaven in die jaren maar geleidelijk afnemen. Daarbij zal het kabinet meer geld kwijt zijn aan bijvoorbeeld WW-uitkeringen, terwijl ook de zorguitgaven en AOW-uitkeringen zullen blijven stijgen.

In 2022 zal Nederland een schuld hebben van 61 procent van het bbp. Dat is nog altijd minder dan de 68 procent van het bbp waar Nederland na de financiële crisis mee kampte. Steunpakketten hebben volgens de centrale bank "buitengewoon goed" gewerkt.

Volgens DNB is het goed dat Nederland bij het uitbreken van de pandemie in een goede uitgangspositie verkeerde. "Het belang van buffers is in deze crisis weer eens duidelijk geworden", aldus de centrale bank. Wel wijst DNB op de vele onzekerheden, waarmee de ramingen met extra voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd.

Gerelateerde artikelen