20 jaar na Enron-schandaal breken big four weer records

De Big Four behalen dit jaar hun hoogste gezamenlijke omzet sinds 2001. Dat is twintig jaar nadat het faillissement van de Amerikaanse energiereus Enron de accountancy in een duikvlucht deed belanden.

Dit schrijft de Financial Times, die de parallel met Enron legde. Enrons faillissement leidde tot de ondergang van accountantskantoor Arthur Anderson. De big five werden de big four.

De mijlpaal voor de big four volgt op de bekendmaking van de jaarcijfers van KPMG Global. Dit kantoor rapporteerde een omzet van 32,1 miljard dollar, een stijging van tien procent ten opzichte van vorig jaar. 

De omzet van de big four samen bedraagt nu 167,3 miljard dollar, becijferde de Engelse zakenkrat. Dat is een stijging van 7 procent ten opzichte van vorig jaar. Allerlei schandalen waarbij de big four herhaaldelijk betrokken zijn, deren de resultaten niet.

De sterke groei komt voor een belangrijk deel op het conto van de adviestakken van de accountantskantoren. KPMG’s adviespoot groeide afgelopen boekjaar met 17 procent tot 13,7 miljard dollar. Vooral door de sterke groei van fusies en overnames, nieuwe technologie en cybersecurity. Ook de groei van ESG-advies draagt bij een de adviesresultaten.

KPMG wil de komende drie jaar anderhalf miljard dollar investeren in ESG, inclusief de ontwikkeling van expertise voor klanten. In China wil KPMG het personeelsbestand uitbreiden met de helft, tot twintigduizend medewerkers. De groei van KPMG was het kleinst in de VS.

 

Gerelateerde artikelen