166.000 Nederlanders zouden naar de bouw willen overstappen om te werken
In Nederland zijn er 166.000 werkende personen die een overstap naar de bouw als een aantrekkelijk alternatief omschrijven. Alleen al met de werknemers uit de metaalindustrie en de groothandel die de overstap zouden willen maken, zou het tekort opgelost kunnen worden. En zou er dus meer dan voldoende arbeidspotentieel in Nederland beschikbaar zijn om het tekort in de bouw op te vangen. Waar in 2016 3,5% van de jongeren onder de 25 jaar de bouw als een aantrekkelijk alternatief zag voor de sector waar zij toen werkte is dit nog maar 2,1% in 2018. De aantrekkelijkheid van de bouw als alternatieve sector onder jongeren is daarmee met 40% gedaald. Dit blijkt uit analyses van Intelligence Group naar het arbeidspotentieel op de Nederlandse arbeidsmarkt. Voor de analyses is het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek gebruikt dat jaarlijks onder 16.000 personen wordt afgenomen.
De bouw steeds minder aantrekkelijk onder jongeren
Zag in 2016 nog 3,5% van de werkende jongeren de bouw als interessant alternatief, is dit in 2018 gezakt naar 2,1%. Ook in de groep tot 35 jaar is de populariteit gedaald (index: 93) alsmede in de groep tussen de 45-55 jaar (index: 68). Alleen in de groep 35-45 jaar is de populariteit gestegen (index: 150), maar dit is onvoldoende om het totaal te compenseren. Vooral onder praktisch en middelbaar opgeleide mannen is de bouw aantrekkelijk.
“Ondanks de dalende aantrekkelijkheid van de bouw als alternatief voor de huidige baan, is er op korte termijn meer dan drie keer meer arbeidspotentieel in Nederland voorhanden dan er tekorten zijn. De tekorten in de bouw zijn eerder het gevolg van het niet structureel werken aan de aantrekkelijkheid van de sector in brede zin en naar de jongere generaties in het bijzonder. Maar ook professionele arbeidsmarktbewerking en het verbeteren van het arbeidsvoorwaardelijke aanbod, zowel primair als secundair, spelen de tekorten in de hand. Goedkoper talent uit het buitenland halen is geen duurzame oplossing voor een structureel arbeidsmarktprobleem in de bouw”, aldus Geert-Jan Waasdorp, directeur van Intelligence Group.
Uit welke sectoren wil men overstappen naar de bouw?
Ruim 6 procent van de werknemers in de metaalindustrie/metalektro en 5% van werknemers in de groothandel zou de overstap naar de bouw willen maken. In totaal zou dat over 48.500 personen gaan en daarmee zou een groot deel van de schaarste in de bouw op korte termijn op te lossen zijn. Echter, het probleem wordt zo wel verlegd naar andere sectoren.
Wanneer we niet naar de ‘relatieve’ populariteit kijken, en alleen naar het absolute aanbod dat naar de bouw zou willen stappen, dan zien we dat naast metaalindustrie en groothandel, het arbeidspotentieel voor de bouw ook werkzaam is in het onderwijs, de zorg en de detailhandel. Dit potentieel wordt vooral bepaalt doordat er veel mensen in deze sectoren werken niet altijd omdat dit meteen voor de hand ligt, zoals bij de sectoren in de tabel.
Technische verantwoording
Het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) is een continu onderzoek dat sinds 2003 elk kwartaal wordt afgenomen onder circa 4.000 unieke respondenten. Op jaarbasis worden minimaal 16.000 personen ondervraagd die representatief zijn voor de (potentiële) Nederlandse beroepsbevolking (de NBB inclusief studenten, scholieren en zzp’ers). De respondenten worden gewogen op basis van CBS-cijfers met betrekking tot opleidingsniveau, geslacht, leeftijd, regio en onderwijsvolgend versus niet-onderwijsvolgend. De gestelde vraag luidt: "In welke sector(en) zou u in de toekomst nog meer willen werken? Naast uw huidige sector’’. Bovengenoemde cijfers zijn afkomstig uit het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) van 2016 en 2018.