1 op de 3 Nederlanders nog steeds ontevreden over pensioenfonds

1 op de 3 Nederlanders geeft zijn of haar pensioenfonds een onvoldoende. Gemiddeld scoorden de pensioenfondsen een 6,1, een lichte stijging ten opzichte van afgelopen jaar, toen ze een 5,9 ontvingen.

Het vertrouwen in pensioenfondsen bleef bij 71 procent van de Nederlanders ongeveer gelijk. Bij 17 procent daalde het nog wel, terwijl het vertrouwen in 2016 bij 27 procent daalde. Dat blijkt uit onderzoek van Mercer naar het vertrouwen van pensioenfondsdeelnemers, uitgevoerd onder ruim 700 Nederlanders.
 
Alle inspanningen van pensioenfondsen ten spijt is het vertrouwen bij 11 procent van de Nederlanders toegenomen. Dat is nog lang niet genoeg. Marc Heemskerk, pensioenconsultant bij Mercer: ‘Uit de onlangs verschenen Melbourne Mercer Global Pension Index 2017 blijkt dat Nederland nog steeds op nummer 2 staat en daarmee dus bij de beste pensioenstelsels ter wereld behoort. Toch blijkt uit het onderzoek dat het vertrouwen niet toeneemt bij de meeste deelnemers. Pensioenfondsen, maar ook werkgevers, moeten dus echt aan de bak om tij te keren. Kijk naar de Denen, waar deelnemers meer keuzevrijheid hebben en ook tevredener zijn.’
 
Vertrouwen terugwinnen bij jongere generaties
In het onderzoek is de deelnemers gevraagd wat pensioenfondsen kunnen doen om het vertrouwen te vergroten. De jongste generatie (15-30 jaar) vindt het uitbreiden van de keuzemogelijkheden voor deelnemers het belangrijkste om vertrouwen terug te winnen. Ook zien zij graag een splitsing in de opbouwfase en uitkeringsfase voor jongeren en ouderen. Heemskerk: ‘We vroegen de deelnemers of ze meer vertrouwen krijgen indien ze meer keuzemogelijkheden en een individueel pensioenpotje hebben. Maar liefst 72% beantwoordde deze vraag met ja. Een splitsing zoals de jongeren aangeven is duidelijker en overzichtelijker dan het huidige systeem: in de opbouwfase zien deelnemers namelijk wat zij daadwerkelijk hebben gespaard in hun pensioenpot. In de uitkeringsfase, vlak voor de pensioendatum, zien ze wat ze daadwerkelijk als pensioenuitkering krijgen.’
 
Maak een onderscheid tussen oudere en jongere generaties
De oudere generatie (66+) vindt het belangrijk dat er meer gecommuniceerd wordt over de verwachte hoogte van het pensioen. ‘Stop met actief communiceren naar jongeren, tussen 18 en 50 jaar, over de verwachte hoogte van het pensioen. Dit ligt immers nog ver weg en de waarde zegt ze nog niets. Richt je in de communicatie juist op wat er in het persoonlijke pensioenpotje zit en hoe zich dit ontwikkelt. Informeer de oudere generatie, vanaf 50 jaar, juist wel over de hoogte van hun pensioen, zodat zij hun koopkracht daarop af kunnen stemmen,’ aldus Heemskerk.
 
Afkeer tegen bonussen met stip op nummer 1
De deelnemers zijn op vier deelgebieden gevraagd hoe de pensioenfondsen het vertrouwen kunnen vergroten: communicatie, bestuur, service en beleggingen. Opvallend is dat elk jaar een duidelijke afkeer tegen bonussen in de pensioensector met stip op nummer 1 staat. Daarnaast is de optie “u als klant meer eigen keuze bieden over wat u met uw uitkering kunt doen” gestegen van de 7e naar de 3e plek. Heemskerk: ‘Er is geen bestuurder die direct van een pensioenfonds een bonus ontvangt, alleen indirect. Het is dus met name de perceptie van de deelnemers dat ze een vette bonus ontvangen. De stijging van de gewenste keuzevrijheid verbaast me niet. Als pensioenen tegenvallen, bijvoorbeeld bij niet indexeren, zijn we al gauw geneigd te denken dat we het zelf beter kunnen dan een bestuur van een pensioenfonds.’