Nederland heeft grootste pensioenvermogen

Nederland had in 2016 wereldwijd het hoogste pensioenvermogen in verhouding tot haar bruto binnenlands product (168%). Ons land werd daarbij gevolgd door Australië (126%), Zwitserland (123%), de Verenigde Staten (121%) en het Verenigd Koninkrijk (108%).

Bovendien liet het Nederlandse pensioenvermogen de grootste groei zien over het afgelopen decennium (33%). De Nederlandse markt bestaat voornamelijk uit toegezegde pensioenregelingen (defined benefit regelingen) en er vond een verschuiving plaats naar alternatieve beleggingen.

Dat blijkt uit het rapport Global Pension Assets Study 2017, een jaarlijks terugkerende studie van Willis Towers Watson naar de 22 belangrijkste pensioenmarkten van de wereld. Het internationaal institutioneel pensioenkapitaal groeide in deze pensioenmarkten tot een waarde van in totaal $36,4 biljoen eind 2016; dit betekent een stijging van vier procent in het afgelopen jaar.

Premie- versus uitkeringsregelingen

In Nederland wordt de markt nog altijd gedomineerd door toegezegde pensioenregelingen (defined benefits, DB). Zij nemen ongeveer 94 procent van onze markt in beslag, in tegenstelling tot de wereldwijde markttendens. Die liet namelijk een grotere groei zien van het beschikbare premievermogen (defined contribution, DC) dan van het DB-vermogen. Het DC-vermogen is inmiddels goed voor 48 procent van het mondiale pensioenvermogen en is in de laatste tien jaar met 5,6 procent per jaar toegenomen. Het DB-vermogen steeg wereldwijd in diezelfde periode jaarlijks met 2,6 procent.

Verschuiving naar alternatieve beleggingen

Van alle 22 markten, namen in Nederland de beleggingen in obligaties het sterkst toe het afgelopen decennium (van 44% naar 54% van het totale vermogen). Het onderzoek liet daarbij zien dat de afgelopen twintig jaar wereldwijd een verschuiving plaatsvond van aandelen en obligaties naar alternatieve beleggingen.

“Ondanks de moeilijke marktomstandigheden, boekten Nederlandse pensioenfondsen enige verbetering vorig jaar. Dit kwam voornamelijk door sterke rendementen van aandelen en alternatieve beleggingen en de rentestijging in het laatste kwartaal”, legt Michel Iglesias del Sol, Head of Investment Netherlands bij ‎Willis Towers Watson, uit. “Hoewel fondsen in veel landen te maken hebben met een grote pensioenuitstroom, is het bemoedigend te zien dat de algemene vermogenswaarde in Nederland stijgt en dat de dekkingsgraden recentelijk zijn gestegen.”

Nationale aandelen wereldwijd minder populair

Over het algemeen geven de pensioenfondsen wereldwijd niet langer de voorkeur aan nationale aandelen. De weging van nationale aandelen in hun portefeuilles is gemiddeld afgenomen van 69 procent in 1998 tot 43 procent in 2016. Deze trend zet zich over de hele wereld voort. Van de geanalyseerde markten toonden Zwitserland, Canada en het Verenigd Koninkrijk de laagste percentages in nationale aandelenmarkten. Amerikaanse fondsen hadden juist de grootste positie in nationale aandelen.

Iglesias del Sol: “Risicomanagement vormt nog steeds het voornaamste aandachtspunt voor pensioenfondsen wereldwijd. Het ruime monetaire beleid van centrale banken heeft de afgelopen jaren tot opgelopen waarderingen van traditionele pensioenbeleggingen geleid. Tegelijkertijd zien we significante neerwaartse risico’s voor de economische groei, onder andere door allerlei geopolitieke gebeurtenissen. Nederlandse pensioenfondsen reageren daarop met toenemende aandacht voor diversificatie in de beleggingsportefeuille en gebruik van afdekkingstechnieken. De cijfers uit de Global Pension Assets Study wijzen dan ook op groeiende aandacht voor internationale spreiding en voor alternatieve beleggingscategorieën. Dat stelt hogere eisen aan de bestuurlijke inrichting van de beleggingen van Nederlandse pensioenfondsen en dat onderwerp staat dan ook al enige tijd bovenaan de agenda.”

Gerelateerde artikelen