Vaststelling van waarde van pand op stakingsmoment

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft een uitspraak gedaan over de waarde van een bedrijfspand op het moment van staking.

Een particulier heeft op 31 augustus 2009 haar onderneming, een parfumeriezaak en schoonheidssalon, gestaakt. Het pand waarin de onderneming werd geëxploiteerd is daarbij voor € 635.000 van het ondernemingsvermogen naar het privévermogen gebracht. De particulier heeft het pand vanaf 31 augustus 2009 aan de overnemers van haar onderneming (derden) verhuurd voor € 76.140 per jaar. Per september 2012 is de huurprijs neerwaarts bijgesteld. De particulier is in 2012 overleden.

De belastinginspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag IB/PVV 2009 de aangegeven stakingswinst verhoogd met € 355.000, omdat hij van mening is dat de waarde van het pand op het stakingsmoment niet € 635.000 maar € 990.000 bedroeg. Deze waarde heeft hij berekend met inachtneming van de huurprijs van € 76.140 per jaar.

De erfgenamen bepleiten een lagere waarde en stellen dat de gerealiseerde huur niet marktconform is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de waardering van het pand op geen van de door partijen geschatte waarden juist kan worden geacht en heeft de waarde op € 850.000 bepaald. De partijen maken de door hen verdedigde waarde van het pand ook in hoger beroep niet aannemelijk.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch stelt de waarde in goede justitie eveneens op € 850.000. Het houdt hierbij in het bijzonder rekening met een beschadiging (een ’ster’) in het kogelwerend glas in de voorpui van het pand. Indien tot vervanging wordt overgegaan zou dit € 59.187 (exclusief omzetbelasting) kosten.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen